The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


HOOFDSTUK VI

DHYANA YOGA (meditatie)

5. Laat een man zich verheffen door zijn Zelf alleen; laat hij zich niet verlagen; want het Zelf alleen is de vijand van het zelf.

Merk: door zijn Zelf alleen!

In diepgaande zelfvervreemding borrelen depressies, angsten enz. op uit de diepe kloof tussen het zelf (alle vereenzelvigingen) en het Zelf. Die kloof is de ware vijand. Daarom wordt gezegd dat het Zelf de vijand is van het zelf.

6. Het Zelf is de vriend van het zelf voor hem die het zelf overwonnen heeft door het Zelf; maar voor het onoverwonnen zelf staat het Zelf in de positie van een vijand.

Het versmelten van het zelf met het Zelf, als melk en water, is de enige oplossing van alle problemen.

21. Wanneer hij die oneindige zaligheid voelt, die kan worden gevat door het intellect en die de zintuigen overstijgt, en daarin gevestigd is, verlaat hij nooit de Werkelijkheid.

Dit is de definitie van meditatie (zie hoofdstuk twee).

22. Waarvan hij, ze bereikt hebbend, denkt dat er geen grotere winst bestaat; waarin gevestigd, hij niet meer bewogen wordt door hevige zorgen.

Niet alleen zijn alle kloven gedicht, hij begrijpt dat er geen grotere winst bestaat. Minder achter je ervaringen aanvliegen en meer gevestigd zijn in het Zelf, is misschien wat bitter in het begin, maar onvoorstelbaar zoet op het einde.

23. Laat dat worden gekend door de naam Yoga: de verbreking van de vereniging met het lijden. Die Yoga zou moeten worden beoefend met vastberadenheid en een niet te ontmoedigen geest.

24. Zonder reserve alle begeerten opgevend, die geboren worden uit Sankalpa (gedachten en verbeelding), en de hele groep van zintuigen, door de geest terugtrekkend van alle kanten, Zonder begeerten zijn - ook naar meditatieve ervaringen! - is meditatie. Gewaar zijn van, maar niet ingaan op ervaringen door gevestigd te zijn in het Zelf...

25. Laat hij beetje bij beetje de Stilte bereiken door het intellect te vestigen; na de geest te hebben gevestigd in het Zelf, laat hij aan niets anders denken.

Zoek de mond van Brahman, zoek waar in jezetf "IK" oprijst.

26. Om welke redenen de rusteloze onstandvastige geest ook afdwaalt, laat hij de geest terugbrengen en onder controle brengen door het Zelf alleen.

Door het Zelf alleen!

29. Met een geest versmolten door Yoga, ziet hij het Zelf in alle wezens en alle wezens in het Zelf; hij ziet overal hetzelfde.

Als een oceaan van alle kanten gevuld.

32. Hij die door de gelijkheid van het Zelf, O Arjoena, overal gelijkheid ziet, weze het vreugde of leed, wordt beschouwd als de hoogste Yogi.

Er is niets anders dan het Zelf.

Arjoena zei:

33. Van deze Yoga van gelijkheid door U onderwezen, O Krishna, zie ik niet de vaste bestendige beoefening, omwille van rusteloosheid.

Zelfbewustzijn is eenvoudig voor de ingewijde, maar er een bestendigheid van maken is dat blijkbaar minder.

34. De geest is waarlijk rusteloos, onstuimig, sterk en onverzettelijk, O Krishna: ik beschouw hem als zo moeilijk te beheersen als de wind.

Shrie Bhagavan zei:

35. Ongetwijfeld, O machtigarmige Arjoena, is de geest moeilijk te beheersen en rusteloos; maar door oefening en onthechting kan hij worden beheerst.

Door een altijd aanwezige keuze tussen ervaringen en het Zelf en de praktische beoefening van al het voorafgaande.

36. Ik denk dat Yoga moeilijk te bereiken is door een onbeheerste, maar de zelfbeheerste en strevende kan het bereiken door het middel.

 

klik